Hoe het begon
De zogenaamde 'grote visserij' bestond uit de haringvisserij en de beugvisserij. De haringvisserij is van grote nationale bekendheid. De beugvisserij op de Zuid-Hollandse en Zeeuwse rivierdelta - en de Noordzee tot de Doggersbank ging het hele jaar door. Bijzonder was dat met beugsloepen de vangst zo veel mogelijk levend aan de afslag werd gebracht: de schepen waren voorzien van een bun waarin de vis levend werd gehouden. De 'Johanna Hendrika' is de allerlaatste van deze bijzondere categorie schepen.
De beugvisserij vond plaats vanuit havens als Rotterdam, Maassluis, Pernis, Vlaardingen, Middelharnis en Scheveningen. De snelle schepen werden gebouwd op slechts twee, zeer innovatieve werven in Rotterdam: Rijkee & Co. en Bonn & Mees. De 'Johanna Hendrika' liep in 1896 als bouwnummer 75 bij Rijkee & Co. te Katendrecht van stapel. Het schip werd in slechts vijf maanden tijd gebouwd voor Wed. C. Kolff & Zn. te Middelharnis, voor de visserij op de Noordzee en de IJslandse wateren. De eerste reis begon in oktober 1986 en op 1 november van dat jaar werd de eerste verse vis afgeleverd bij de visafslag in IJmuiden.
De 'Johanna Hendrika' wordt omgebouwd tot haringlogger en vaart vanuit Scheveningen.
In 1930 gaat het schip naar Oostende en in 1934 begint ze aan een nieuwe carrière als motorvrachtscheepje in Noorwegen.
Het schip wordt herontdekt door een Nederlander en door zijn bemiddeling komt de 'Johanna Hendrika' in 1978 weer in Nederlandse handen. Ze wordt omgebouwd voor de zeilende chartervaart. Elf jaar later, onder een nieuwe eigenaar, wordt het schip door de Franse douane opgebracht met een lading drugs aan boord, verbeurdverklaard en opgelegd. Jarenlang ligt het schip, min of meer aan zijn lot overgelaten, in Boulogne-sur-Mer.
Op enig tijdstip was in Middelharnis de gedachte ontstaan om het schip terug te halen naar de oorspronkelijke thuishaven. Een visser sleept het schip uit Frankrijk terug naar Nederland. Er was slechts een beperkt restauratieplan en geen geld. In 2012 komt het restauratieproject in een nieuwe fase. Een groep enthousiastelingen wil de voormalige stadstimmerwerf restaureren en revitaliseren en de 'Johanna Hendrika' is onderdeel van het project. Ze slagen erin fondsen te werven om het schip op de wal te zetten op het werfterrein. Daarna houdt het op.
De huidige eigenaar van het, inmiddels, sterk verwaarloosde scheepscasco wil van de 'Johanna Hendrika' af. Desnoods door het aan te bieden aan een scheepssloper. Stichting 'Het Rotterdamse Zeilschip' wordt gevraagd zich in te zetten voor de redding van de allerlaatste Nederlandse beugsloep. Het bestuur stelt vast dat dit restauratieproject binnen haar doelstellingen valt - en ziet kansen om het schip na succesvolle restauratie kostendekkend te kunnen exploiteren en daarmee duurzaam te kunnen behouden. De stichting begint aan haar derde, omvangrijke restauratieproject van uniek varend erfgoed.
Technische gegevens
Type: Beugsloep
Oorspronkelijke visnummer: MD10
Bouwjaar: 1896
Bouwwerf: Rijkée & Co. te Rotterdam
Start restauratie: 2025
Lengte over de stevens: 27,82 meter
Breedte: 6,40 meter
Diepgang: 3,18 meter
Masthoogte vanaf de kiel: 26 meter
Zeiloppervlak: 311 m2
Scheepstekeningen
De 'Johanna Hendrika' is de laatste Nederlandse beugsloep en de laatste vertegenwoordiger van een innovatieve categorie vissersschepen.
Onze projecten
Stichting 'Het Rotterdamse Zeilschip' wil haar schepen niet alleen in goede staat houden, maar deze ook - waar mogelijk - beschikbaar stellen voor een zo breed en divers mogelijk publiek. Jaarlijks worden verschillende sociaal-maatschappelijke projecten aan boord gerealiseerd.
Media
In het fotoalbum kunt u een aantal historische foto's en tekeningen van de 'Johanna Hendrika' bekijken. Als de restauratie is gestart, zullen we ook foto's delen van de voortgang van het restauratieproject.